Home > Tentoonstelingen > Liège

// BIP 2010 // OUT OF CONTROL

De Internationale Biënnale van Fotografie en Visuele Kunsten in Luik, georganiseerd door het Centre culturel de Liège - Les Chiroux, vond voor het eerst plaats in 1997.

Elke editie wordt opgebouwd rond een thema en de biënnale combineert een hoogstaand artistiek programma met een zo ruim mogelijke toegankelijkheid (democratische toegangsprijzen,  voorzieningen voor de media, enz.).

Het evenement besteedt ook altijd bijzondere aandacht aan jong opkomend talent, met ruime prospectie zowel in België als in het buitenland, en er worden ook altijd internationaal gerenommeerde kunstenaars naar Luik uitgenodigd.

Elke editie biedt daarenboven de unieke gelegenheid om het werk van het eregastland te ontdekken, dat op uitnodiging van de biënnale een selectie van zijn kunstenaars in Luik komt voorstellen. Als tegenprestatie krijgen de kunstenaars van de Franse Gemeenschap een tentoonstelling in de partnerinstelling, wat bevorderlijk is voor hun internationale naambekendheid. De biënnale heeft al banden gecreëerd met o.m. Chili, Canada, Brazilië, Polen, Frankrijk en Portugal.

 Tot slot mogen we het belangrijke vormingswerk van de lokale verenigingen met het publiek niet vergeten. Het jaar dat voorafgaat aan de biënnale werken die verenigingen altijd in workshops aan het thema.

(OUT OF) CONTROL. Dat is het gekozen thema voor dit jaar.

Via dat thema willen we de spanning onderzoeken tussen de diverse controlevormen die ons leven beheersen, en het verlies of de afwezigheid van die controle, als gevolg daarvan, apathie of weerstand daartegen, met bijzondere belangstelling voor de nieuwe vormen van kijken die deze spanning teweegbrengt.

We leven vandaag de dag meer dan ooit in een controlemaatschappij. Dat voorspelden ons al o.m. de filosofen Michel Foucault en Gilles Deleuze. Dit beveiligingsproces zorgt ervoor dat we, vaak zonder ons medeweten, door eindeloze bewakingstoestellen worden opgenomen, en dit gaat van camera’s op de hoek van de straat tot het afluisteren van telefoongesprekken. Onze maatschappij stelt rentabiliteit, winst en efficiëntie prioritair, waardoor een hele reeks procedures in het leven zijn geroepen (de elektronische klantenkaart die aankopen archiveert, de informatica die via ‘cookies’ privégegevens vastlegt, enz.) die leiden tot gigantische databanken waarin onze levenskeuzes en consumptiebeslissingen worden bewaard en uitgewisseld om ‘ons beter te dienen’… 

Daarenboven wisselen de heersende gezondheidsvoorschriften en het wetenschappelijke discours elkaar af om ons te beschermen tegen alle excessen en misbruiken die we ons lichaam kunnen toebrengen, door te hameren op ‘bemoeienissen’ (‘rook niet’, ‘drink niet’, ‘doe aan sport’, ‘eet gezond’,…) die, door hun herhaling en systematiek, soms meer onze vrijheid aan banden leggen, dan ons doen beseffen hoe kostbaar ons leven wel is.

In dat geheel van procedés en controles neemt het kijken een bijzondere plaats in. Volgens het model van ‘zien zonder gezien te worden’, zijn er diverse methodes en toestellen uitgevonden om beter, meer en verder te zien… Van de verborgen camera, uitgevonden door de Engelsman Bentham en waarmee de gevangenen ongezien konden worden bewaakt, tot de bewakingscamera’s in onze steden: men kan die visuele praktijken in vraag stellen. Naast de ethische vragen over wat men met die beelden doet (het ‘zien zonder gezien te worden’ kenmerkt zowel het voyeurisme als de bewaking), kan men ook zijn bedenkingen hebben bij die nieuwe vormen van kijken en voorstellen.

Die enkele voorbeelden van controleapparatuur, en er bestaan er nog een aantal andere, tekenen bijgevolg een onzichtbaar raster rondom ons, dat de schijnbare vrijheid van elk individu om in alle autonomie te beschikken over tijd, ruimte en zijn bestaan, aan banden legt.

Niet alle controlevormen zijn uiteraard negatief. Elk van bovenstaande voorbeelden zouden - afzonderlijk genomen – immers kunnen worden beschouwd als vooruitgang. De alomtegenwoordige bewaking,  preventiemaatregelen die steeds verder alle onzekerheden van het leven moeten voorkomen, en voorschriften die ons onophoudelijk dwingen om ons te plooien naar de norm, leiden tot een diffuse indruk van vrijheidsberoving, dat in contrast staat met het emancipatiegevoel dat we net wel kunnen beleven op andere gebieden.

Welke plaats moet er dan in dat onophoudelijke keuzeproces over risico’s worden gegeven aan de disfuncties, gering of groot, waarmee we dagelijks worden geconfronteerd? Aan de voorvallen van het dagelijkse leven, welgekomen of ongelukkig? Aan de marginaliteit in al haar vormen? Aan het toeval en andere ongrijpbare factoren? Aan de waanzin, zacht of hevig? Aan de excessen die we ons ondanks alles veroorloven? Aan de chaos en de wanorde?

We hebben die controleloze momenten, uitgelokt of niet, ook een plaats willen geven, als tegenwicht van de ons omringende controlerende instanties, maar ook, en belangrijker, als bewijs van het continue bewustzijn dat via de mazen van de controle ons leven verlost van die opgedrongen voorspelbaarheid en plaats ruimt voor de noodzakelijke diversiteit van onze omgeving, en de veranderingen teweegbrengt die ons een goed gevoel geven of anders doen denken.